BOEDAPEST - Het giftige rode slib dat uit een reservoir bij een Hongaarse aluminiumfabriek is gestroomd, heeft donderdag de Donau bereikt. In de grote rivier zijn inmiddels de eerste dode vissen aangetroffen.

Dat heeft een Hongaarse functionaris voor waterbeheer gezegd. Het slib is te basisch voor veel vissen. De zuurgraad van de modder die nu de Donau instroomt, ligt rond de 9 pH, terwijl 6 à 8 normaal is. Bij waarden onder de 7 is er sprake van een zure oplossing.

Jos Kleinjans, hoogleraar milieugezondheidkunde aan de faculteit Gezondheidswetenschappen van de Universiteit Maastricht, verwacht dat het gif snel verdunt in de Donau. Dat is een van de grootste rivieren van Europa. Buurland Servië heeft de monitoring van de waterkwaliteit al verscherpt.

Gifslib
Het gifslib heeft de afgelopen dagen al veel vissen gedood in de Hongaarse rivieren Raba, Marcal en Torna. In het water is zelfs een zuurgraad van ruim 13 pH gemeten. Vrijwilligers schepten manden vol stinkende vis uit het water. Ze verzamelden al honderden kilo's dode karpers en andere vissen. Gabor Figeczky, hoofd van het Wereld Natuur Fonds in Hongarije, verwacht dat het drie tot vijf jaar kan duren voordat het leven terugkeert in de rivier Marcal.

Aluminiumfabriek
Dorpen ten zuidwesten van de Hongaarse hoofdstad Boedapest overstroomden maandag, toen een slibreservoir van een aluminiumfabriek brak. Honderden huizen stroomden onder met het giftige slib, een bijproduct van de aluminiumproductie. Vier mensen kwamen om het leven, zeker 120 mensen raakten gewond en drie personen zijn nog vermist.

Het overspoelde dorp Kolontár zal niet worden herbouwd. De plaats moet een 'eeuwig monument' worden ter herinnering aan de slachtoffers van de grootste milieuramp in de geschiedenis van Hongarije. Dat zei de Hongaarse premier Viktor Orbán donderdag.

Miljoenen euro's
Volgens de regering kost het minstens een jaar en tientallen miljoenen euro's om al het giftige slib op te ruimen.

De effecten voor het overstroomde gebied kunnen heel verstrekkend zijn, meent de Maastrichtse hoogleraar Kleinjans. ''De zware metalen komen in de bodem terecht en verontreinigen de voedselketen. Als het bijvoorbeeld op de gewassen terechtkomt en mensen dat eten, krijgen ze al die metalen binnen. Maar ook als het vee verontreinigd gras eet en mensen vlees van dat vee eten, krijgen ze het binnen.''

Bron: Nu.nl