De karpervissers van de visclub, 5.000 leden groot, van wie duizend uit België, likken hun vingers erbij af. Geen steigers, maar mooie plekjes in het groen. Want de karpervisser, weet Toon Verleye uit het Belgische Merksem, voorzitter van de commissie voor water- en visstandbeheer, houdt van stilte. "Karpervissers blijven liever onzichtbaar." Eerst was het volgens Verleye de bedoeling vijftig karpers uit te zetten. "Maar de leverancier wilde van zijn laatste stock af en deed een aantal kilo's extra cadeau." Voordeel van de spiegelkarpers is dat ze snel groeien, in vijf of zes jaar kunnen ze een gewicht van wel vijftien kilo halen. En dan is het een echte sport om ze op de wal te krijgen. Verleye: "Spiegelkarpers zijn een geliefde vissoort bij de karpervissers. Ze kunnen aardig groot worden. Bijzonder is dat elke vis zijn eigen schubbenpatroon heeft, waardoor ze van elkaar te onderscheiden zijn. Zo kun je de vissen identificeren en volgen, kun je de groei in de gaten houden."

De vissen krijgen soms zelfs een troetelnaam, weet Verleye. Voor het uitzetten zijn de vissen eerst gemeten, gewogen en gefotografeerd door leden van de karpercommissie. Het 'begingewicht' zat op 800 gram tot een kilo per vis. Verleye: "Het was mooi om te zien hoe de vissen een school vormden en rondjes begonnen te zwemmen aan de kant. Later verdwenen ze dan in het veertien hectare grote water. " De Emerput werd in de jaren zestig gegraven als zandwinput voor de Zuidelijke Rondweg en was even aangewezen als viswater van de Baroniesche Hengelaars. Tot suikerfabriek CSM de plas als bezinkput voor het slib van de suikerbietencampagne ging gebruiken.

In 2008 werd het slib uitgebaggerd, de plas is nu zo'n tien meter diep. De Emerput is nu weer terug als viswater, tot blijdschap van de Hengelaars. Het is volgens Verleye interessant te zien hoe de karpers overleven en of ze gezond blijven. "De waterkwaliteit is inmiddels weer geschikt voor het visleven. Er is, denken we, voldoende voedsel te vinden voor de vissen. Dan gaat het vooral om watervlooien." Op een enkele baars of voorn na, zit er volgens Verleye niet of nauwelijks vis in de Emerput. "Door de geringe visbezetting en het kleine waterleven maken ze veel kans uit te groeien tot grote en mooie spiegelkarpers." Overigens verwacht hij geen explosie van karpers. De voortplanting gaat bij deze vissoort door gebrek aan lange, warme periodes maar moeizaam.

bron: de stentor